Statuten

Statuten

(vastgesteld bij notariële akte dd 17 februari 1995)

Naam, zetel en duur.

Artikel 1

  1. De vereniging draagt de naam: Postzegelvereniging Postaumaat.
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Papendrecht.
  3. Zij duurt voor onbepaalde tijd voort.
Doel en middelen.

Artikel 2

  1. De vereniging heeft ten doel: bevordering van de filatelie in het algemeen en in het bijzonder de kennis van het verzamelgebied te vergroten en voorts haar leden in de gelegenheid te stellen hun filatelistische ver­ zamelingen uit te breiden. Onder het verzamelgebied wordt verstaan: Nederlandse en buitenlandse postzegelboekjes en rolzegels, automaat­ en loketstroken, al dan niet via een automaat verkregen, met de rand­ gebieden.
  2. Zij tracht dit doel te bereiken door:
    a. het houden van voordrachten, vergaderingen, ruilbijeenkomsten, tentoonstellingen, veilingen, alsmede het uitgeven van een periodiek orgaan;
    b. het samenwerken met verenigingen die een soortgelijk doel nastreven;
    c. alle wettelijke middelen welke haar daartoe ten dienste staan.
    3. De middelen der vereniging bestaan uit:
    a. de te heffen contributie;
    b. bijdragen van begunstigers;
    c. rente, dividenden en andere toevallige baten;
    d. inkomsten uit veilingen;
    e. erfstellingen en legaten;
Leden.

Artikel 3

  1. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen lid van de vereniging zijn.
  2. Degene die lid van de vereniging wenst te worden, meldt zich daartoe aan bij de ledenadministrateur
  3. Het bestuur beslist omtrent doorbetaling als lid. Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
  4. Het bestuur houdt een ledenreglster aan, dat regelmatig wordt bij­ gehouden. De leden dragen ervoor zorg dat hun adres bij het bestuur bekend is. Oproepingen en mededelingen kunnen rechtsgeldig geschieden aan het laatst bekende adres.
  5. Tot erelid kunnen worden benoemd zij die buitengewone diensten aan de vereniging hebben bewezen. Zij zijn vrijgesteld van het betalen van contributie en hebben dezelfde rechten als gewone leden.

Artikel 4

  1. De leden zijn verplicht de statuten, de reglementen en de besluiten van de organen der vereniging na te leven, de vereniging niet op onredelijke wijze te benadelen en geen schade toe te brengen aan de belangen die de vereniging beoogt te behartigen.
  2. De leden zijn verplicht tot betaling van een jaarlijkse contributie, waarvan het bedrag door de algemene vergadering wordt vastgesteld. Bij tussentijdse aanvang of beëindiging van het lidmaatschap is de contributie over het gehele lopende verenigingsjaar verschuldigd, tenzij het bestuur daarvan ontheffing naar tijdsgelang verleent.

Artikel 5

  1. Het lidmaatschap eindigt:
    a. door overlijden van het lid;
    b. door opzegging;
    c. door ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap dient schriftelijk te geschieden, uit­ sluitend tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Niettemin kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de opzeggende partij rede­ lijkerwijs niet kan worden gevergd, het lidmaatschap te laten voort­duren. Een lid heeft niet het recht zijn lidmaatschap op te zeggen indien zijn geldelijke rechten en plichten ten opzichte van de vereniging zich wijzigen (als bedoeld in artikel 36 lid 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek).
  3. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur, uitsluitend wanneer het lid ook na aanmaning de verschuldigde contributie niet vol­ doet, alsook wanneer van de vereniging redelijkerwijs niet kan worden gevergd, het lidmaatschap te .laten voortduren. Bij de opzegging wordt melding gemaakt van de gronden waarop deze geschiedt.
  4. Ontzetting geschiedt bij besluit van de algemene vergadering, dat door het bestuur ten spoedigste bij aangetekend schrijven ter kennis van de betrokkene wordt gebracht, met opgave van de gronden die tot de ontzetting hebben geleid. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer het lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Het lid wordt behoorlijk opgeroepen om zich ter algemene vergadering te verantwoorden en heeft het recht, zich ter vergadering door een raads­ man te doen bijstaan.
Bestuur.

Artikel 6

  1. Het bestuur der vereniging bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf leden.
  2. Gedurende het bestaan van vacatures behoudt het bestuur alle uit de Wet en de statuten voortvloeiende bevoegdheden en verplichtingen.
  3. Bestuursleden worden door de algemene vergadering uit de leden der vereniging benoemd.]
  4. De algemene vergadering wijst uit de bestuursleden een penningmeester en een secretaris aan. De voorzitter wordt in functie gekozen. Het bestuur kan uit zijn midden één of meer plaatsvervangers voor dezen aanwijzen. Een plaatsvervanger heeft als zodanig alle bevoegdheden en verplichtingen van de functionaris die hij vervangt.
  5. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
    a. door overlijden;
    b. doordat het bestuurslid failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt, onder curatele wordt gesteld of anderszins krachtens rechterlijke uitspraak het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
    c. door schriftelijke opzegging van de zijde van het bestuurslid ;
    d. doordat het bestuurslid ophoudt lid van de vereniging te zijn;
    e. door periodiek aftreden, overeenkomstig een door het bestuur op te stellen rooster, uiterlijk in de derde jaarlijkse algemene vergadering na de benoeming van het bestuurslid , onderscheidenlijk van degene in wiens plaats het bestuurslid tussentijds is benoemd; een aftredend bestuurslid is onmiddellijk herkiesbaar;
    f. door ontslag, te verlenen door de algemene vergadering met een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen;
    g. door ontslag te verlenen door de rechter in de gevallen en op de wijze door de Wet bepaald.

Artikel 7

  1. Bestuursvergaderingen worden gehouden wanneer zulks door de voor­ zitter of door tenminste één/derde der in functie zijnde bestuursleden wenselijk wordt geoordeeld. In ieder geval vergadert het bestuur zo dik­wijls zulks noodzakelijk is ter voldoening aan wettelijke of statutaire ver­plichtingen.
  2. Bestuursvergaderingen worden belegd door de voorzitter.
  3. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een ander bestuurslid doen vertegenwoordigen, mits de bevoegdheid daartoe blijkt uit een behoorlijke schriftelijke volmacht of anderszins ten genoegen van de voorzitter der bestuursvergadering wordt aangetoond.
  4. Het bestuur kan slechts rechtsgeldige besluiten nemen indien tenminste de helft van alle in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aan­wezig of vertegenwoordigd is. Bindende besluiten kunnen echter wel genomen worden met een gewone meerderheid van stemmen van het aantal aanwezige bestuursleden als de behandeling van deze besluiten op een nieuw uitgeschreven vergadering worden geagendeerd.
  5. In geval van belet of ontstentenis van de voorzitter of de secretaris, zonder dat een door het bestuur aangewezen plaatsvervanger beschikbaar is, kan de vergadering zelf in haar leiding onderscheidenlijk secretariaat voorzien. Als voorzitter der vergadering kan uitsluitend een lid van het bestuur fungeren.
  6. leder bestuurslid heeft één stem.
  7. Het bestuur kan ook buiten vergadering een besluit nemen, doordat alle in functie zijnde bestuursleden zich schriftelijk, telegrafisch, per telefax of per telex voor het voorstel uitspreken.
Taak en bevoegdheden van het bestuur.

Artikel 8

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging, daaronder begrepen het uitvoeren van de besluiten der algemene vergadering voorzover deze niet anders bepaalt.
  2. Het bestuur is uitsluitend met machtiging van de algemene vergadering bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrij­ging, vervreemding en bezwering van registergoederen , zomede tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk mede-schuldenaar verbindt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
  3. Het bestuur kan een of meer commissies instellen met afzonderlijke bevoegdheden . Taak en bevoegdheden van deze commissies worden bij afzonderlijk reglement door het bestuur vastgesteld.
Vertegenwoordiging.

Artikel 9

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de Wet niet anders voortvloeit.
  2. Onverminderd het in lid 1 bepaalde zijn bovendien tot vertegenwoor­diging bevoegd de voorzitter en de secretaris gezamenlijk.
  3. Op het ontbreken van de vereiste machtiging tot het verrichten van de rechtshandelingen bedoeld in artikel 8 lid 2 kan tegenover derden een beroep worden gedaan.
Algemene vergadering.

Artikel 10

  1. Binnen zes maanden na afloop van ieder boekjaar wordt de jaarlijkse algemene vergadering gehouden.
  2. Voorts worden algemene vergaderingen gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk acht of daarom schriftelijk en met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende van alle stemmen in de algemene vergadering.
  3. De oproeping ter vergadering vermeldt de agenda en geschiedt hetzij bij aan alle leden toe te zenden oproepingsbrieven, hetzij door publicatie in een aan alle leden toe te zenden periodiek. De oproepingstermijn bedraagt tenminste tien werkdagen, de dag van terpostbezorging der oproepingen en de dag der vergadering daaronder niet begrepen.
  4. Indien niet binnen veertien dagen na ontvangst van een verzoek als bedoeld in het tweede lid door het bestuur een algemene vergadering wordt bijeengeroepen op een termijn van ten hoogste vier weken, zijn de verzoekers daartoe zelf bevoegd . De oproeping geschiedt op de wijze bepaald in het derde lid, dan wel door middel van een advertentie in een landelijk dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding der vergadering en het opstellen der notulen.

Artikel 11

  1. Alle leden hebben toegang tot de algemene vergadering en brengen daar per lid één stem uit. Een lid kan zich door een ander lid doen ver­ tegenwoordige mits de bevoegdheid daartoe ten genoegen van de voorzitter der vergadering blijkt uit een behoorlijke schriftelijke volmacht.
  2. Blanco stemmen worden geacht niet geldig te zijn uitgebracht.
  3. Stemming over zaken geschiedt mondeling.
  4. Stemming over personen geschiedt schriftelijk bij gesloten briefjes. Indien geen der ter vergadering aanwezige leden zich daartegen verzet, kan de voorzitter der vergadering mondelinge stemming toelaten.
  5. Mondelinge stemming geschiedt hoofdelijk. Indien geen der ter ver­gadering aanwezige leden zich daartegen verzet, kan de voorzitter der vergadering stemming bij acclamatie toelaten.
  6. Tenzij de statuten anders bepalen, worden besluiten genomen met vol­ strekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.
  7. Indien bij stemming over personen de volstrekte meerderheid niet wordt behaald, vindt herstemming plaats, waarbij de kandidaat afvalt die bij de vorige stemming het geringste aantal stemmen op zich verenigde. Indien het geringste aantal stemmen door meer dan één kandidaat werd behaald of alle kandidaten eenzelfde aantal stemmen op zich verenigden, wordt in een tussenstemming met eenvoudige meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen en bij gebreke daarvan door het lot bepaald wie van dezen zal afvallen. De hierboven omschreven procedure wordt zonodig herhaald tot de volstrekte meerderheid is behaald of nog slechts één kandidaat is overgebleven. In het laatstgenoemde geval is de als enige overgebleven kandidaat gekozen, ook indien hij niet de volstrekte meerderheid mocht hebben verkregen.
  8. Behoudens het hiervoor bepaalde, beslist de voorzitter der vergadering over de wijze van stemming en de verder bij de besluitvorming te volgen procedure. Zijn ter vergadering uitgesproken en aldaar niet onverwijld betwiste oordeel omtrent het al dan niet tot stand komen van een besluit, alsmede omtrent de inhoud daarvan indien niet over een schriftelijk voorstel werd gestemd, is bindend. In geval van betwisting wordt het voorstel zonodig alsnog schriftelijk vastgelegd en vindt daarover hoof­delijke stemming plaats.

Artikel 12

  1. Van het verhandelde ter algemene vergadering worden notulen vast­ gesteld en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en de secretaris der vergadering.
  2. Indien geen notulen zijn vastgesteld, geschiedt zulks alsnog door een volgende algemene vergadering. De algemene vergadering is voorts bevoegd tot het aanbrengen van verbeteringen in de notulen bedoeld in het eerste lid. De door de algemene vergadering vastgestelde notulen worden ondertekend door degenen die in de vergadering waarin de vaststelling geschiedt als voorzitter en secretaris fungeren.
  3. De notulen worden door de secretaris namens het bestuur bewaard. Een door de secretaris voor eensluidend gewaarmerkt uittreksel of afschrift van de notulen geldt tegenover derden als volledig bewijs van het ter vergadering verhandelde.
Financiën en verslaggeving.

Artikel 13

  1. Het boekjaar van de vereniging, tevens verenigingsjaar, valt samen met het kalenderjaar.
  2. De penningmeester houdt namens en onder verantwoordelijkheid van het bestuur regelmatig boek van de vermogenstoestand van de vereniging, zodanig dat daaruit haar rechten en verplichtingen te allen tijde kunnen worden gekend. Hij beheert de kas, de verdere waarden en – voorzover hem daartoe bijzondere volmachten worden verstrekt – tevens de bank­ en girorekeningen van de vereniging.
  3. Binnen zes maanden na afloop van ieder verenigingsjaar, onverminderd het bepaalde in het vierde lid, stelt het bestuur de jaarstukken vast, bestaande uit een staat van baten en lasten over het afgelopen vereni­ gingsjaar, een balans per het einde van het afgelopen verenigingsjaar en een afzonderlijke toelichting op de bedoelde stukken.
  4. Op de jaarlijkse algemene vergadering brengt het bestuur zijn jaarverslag uit en doet het, op basis van de in het derde lid bedoelde jaarstukken en onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. De algemene vergadering kan de termijn voor het uitbrengen van het jaarverslag en/of voor het doen van rekening en verantwoording verlengen.
  5. De jaarstukken en de rekening en verantwoording worden onderzocht door een kascommissie, die tegelijk met de overlegging daarvan verslag uitbrengt aan de algemene vergadering. Het bestuur stelt daartoe de jaarstukken en de rekening en verantwoording tijdig ter beschikking van de kascommissie, verschaft haar alle door haar gewenste inlichtingen, vertoont haar desgewenst de kas en de waarden en verleent haar inzage van de boeken en bescheiden der vereniging.
  6. De kascommissie bestaat uit tenminste twee leden der vereniging, die niet tevens deel mogen uitmaken van het bestuur. De leden van de kascommissie worden jaarlijks door de algemene vergadering benoemd .
  7. Goedkeuring van de rekening en verantwoording door de algemene vergadering strekt het bestuur tot décharge voor de daaruit blijkende handelingen.

Reglementen.

Artikel 14

  1. De algemene vergadering kan bij één of meer reglementen nadere regels stellen ten aanzien van de organisatie van de werkzaamheden van de vereniging en haar organen.
  2. Een besluit tot vaststelling, wijziging of opheffing van een reglement kan slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste
    twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen.
  3. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de Wet of met deze statuten en geen onderwerpen regelen die door de Wet aan de sta­ tuten zijn voorbehouden.
Statutenwijziging.

Artikel 15

  1. Deze statuten kunnen worden gewijzigd krachtens besluit van de algemene vergadering, dat slechts kan worden genomen met een meerder­ heid van twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
  2. De woordelijke tekst van het voorstel tot statutenwijziging wordt ten­ minste vijf dagen voor de vergadering op een daartoe geschikte plaats voor alle leden ter inzage gelegd tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Van de ter inzagelegging en de plaats waar deze geschiedt wordt melding gemaakt in de oproepingen.
  3. De statutenwijziging treedt niet in werking alvorens daarvan een notariële akte is opgemaakt. Het bepaalde in artikel 9 lid 1 is op het verlijden van die akte van overeenkomstige toepassing.
Ontbinding en vereffening.

Artikel 16

  1. De vereniging kan door de algemene vergadering worden ontbonden.
  2. Een besluit tot ontbinding kan slechts worden genomen met een meerder­ heid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen. Het bepaalde in artikel 15 lid 2 is van overeenkomstige toepassing.
  3. Tenzij de algemene vergadering dan wel de rechter anders bepaalt, treden de leden van het bestuur op als vereffenaren en blijven de boeken en bescheiden van de vereniging berusten onder de jongste vereffenaar, zulks gedurende de door de Wet voorgeschreven termijn en onder de verplichting tot het verstrekken van inzage overeenkomstig de Wet.
  4. De bestemming van het batig saldo der vereffening wordt door de alge­ mene vergadering bij het besluit tot ontbinding bepaald, zoveel moge­ lijk met inachtneming van het doel der vereniging.
  5. Gedurende de vereffening blijven de statuten zoveel mogelijk van kracht.
Slotbepaling.

Artikel 17

In alle gevallen waarin niet door de Wet, de statuten of het huishoudelijk reglement wordt voorzien, beslist het bestuur.

 

Spring naar toolbar