Het is november 2018. De voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Bond van Filatelistenverenigingen schreef op de mededelingenpagina van de Bond in Filatelie een uiterst negatief stukje over PostNL. De titel spreekt al voor zichzelf. We hebben het stuk integraal opgenomen, zodat lezers zich gemakkelijker een oordeel kunnen vormen.

Wij, het Bestuur van Postaumaat, ergerden ons al een tijdje aan de koers die die Bond en Filatelie de laatste jaren varen, en vonden het nodig op het stukje van de voorzitter te reageren. Het lijkt immers op een oorlogsverklaring aan PostNL. We stuurden nevenstaande reactie aan de hoofdredacteur van Filatelie (René Hillesum) en de Bond met het verzoek deze ook te publiceren.

Bananenrepubliek??? Hans Kraaibeek slaat de plank schromelijk mis.

In het novembernummer schreef Hans Kraaibeek een stukje met als titel ‘Filatelistische Bananenrepubliek Nederland, een vervolg’. Hans Kraaibeek is niet de minste: voorzitter van de KNBF (de Bond) en voorzitter van de Stichting Nederlandsch Maandblad voor Philatelie.

Zijn betoogje gaat over zilveren zegels en gouden kader velletjes. Zaken dus die buiten het officiële uitgifteprogramma vallen. Daarbij rekent hij overijverig de percentages boven de frankeerwaarde uit. Waarom eigenlijk? Elke verzamelaar bepaalt zelf wat hij of zij aanschaft. En of hij de prijs die ervoor wordt gevraagd wil betalen. En het velletje als een melkkoe betitelen doet wel erg overdreven aan.

Overigens, in hetzelfde novembernummer biedt de Stichting een tien zegels tellend velletje aan voor € 13. Portvrij dat wel, maar toch nog altijd fors boven de frankeerwaarde van toen (€ 8,30). Wie melkt er nu?

Hans Kraaibeek laat duidelijk merken de moderne verzamelaar niet te kennen. Ook Filatelie houdt het liever bij de klassieke verzamelobjecten. Over actuele Nederlandse uitgiften is haast niets meer te vinden. Dus ook geen discussie of commentaar. Weinig of niets over hangblokjes, persoonlijke postzegels, velletjes, post & go-automaten… Wel veel aandacht voor een geen concessie bij de UPD (Universele Postdienst) bezittende particuliere postbezorger Sandd. Erg merkwaardig. Toevallig (?) is de bezorging van dit blad intussen ook overgegaan van PostNL naar Sandd.

Nederland heeft een redelijk stabiel officieel uitgifteprogramma. Net als bijvoorbeeld België, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Australië. Om maar enkele voorbeelden te noemen. Daarnaast hebben alle landen veel bijproducten. Neem nou de serie Reef Safari van Australië (1 augustus 2018). Daarbij waren ook te koop: een velletje, twee stamp packs, twee fdc’s, twee boekjes, twee chequebooks, een prestigeboekje, drie medailloncovers, een boekje voor kinderen, vier legpuzzels, vijf maximumkaarten en vijf gutterparen. Voor een kapitaal, alles bijeen. Nou, daarbij valt Nederland volkomen in het niet.

Maar niemand zoekt al die producten. De verzamelaar selecteert en bepaalt zijn keuze. Daar is niks mis mee. En ‘spekken van de kas’ kun je zoiets niet noemen. Uiteindelijk gaat het, zeker bij Nederland,  altijd nog om zeer bescheiden aantallen.

De hoofdredacteur van Filatelie kon het tendentieuze stukje van Hans Kraaibeek niet tegenhouden.  Zou hij vermoedelijk ook niet doen. Overigens, de mededelingen van de Bond vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie, lezen we in het colofon. Maar dit is geen mededeling meer.

Wat zou het effect van het negatieve stukje van Hans Kraaibeek kunnen zijn? Niet dat PostNL zijn pogingen om de moderne verzamelaar aan te spreken zal staken, vermoeden we. Maar wellicht keren meer verzamelaars Filatelie de rug toe. Een schot in eigen voet dus.

Bestuur van Postzegelvereniging Postaumaat (45 jaar jong): Johan Schaminee, Hens Wolf, Paul Portheine en Walter de Rooij.

December 2018

Onze reactie viel niet in goede aarde: telefoontje van een gepikeerde hoofdredacteur, een gesprekje met een boze voorzitter. Kortom, lezers mochten onze mening niet onder ogen krijgen. We hebben als volgt daarop gereageerd. (René = René Hillesum, hoofdredacteur)

Beste Hans en andere KNBF-bestuursleden,

Erg verbaasd was ik toen ik afgelopen zaterdagavond in Utrecht na het bondsbuffet te horen kreeg dat onze ingezonden brief te laat was binnengekomen en dus niet meer in Filatelie van januari kon.  Overigens ook niet in het nummer van februari. We zouden nog wel een reactie van het bestuur krijgen. Dat doet bij ons een aantal opmerkingen oprispen.

  1. Onze brief bevatte duidelijk een afwijkende mening ten aanzien van het stukje van Hans. Kennelijk ziet het bestuur dit als onwelgevallig. Is dit de wijze waarop de KNBF schrijvers van zulke brieven kaltstellt?
  2. Het schrijven was niet aan het bestuur gericht. Merkwaardig dat de inhoud toch besproken werd tijdens de bondsvergadering.
  3. De brief zou te laat zijn. Niettemin gaf René op de dag van verzending (26 november) aan dat opname in het januarinummer nog mogelijk was. Tja…
  4. Ook René ‘bemoeide’ zich met de inhoud van onze brief. De toon die hij daarbij tegenover mij als verzender aanslaat, is niet echt aardig te noemen: “Hoewel ik mij niet verplicht voel die informatie met je te delen…”en “Dat je de vertrouwelijkheid van een intern bericht ook nu nog niet ziet, is treurig” en verder “Het is niet aan jou om te bepalen of het al dan niet erg is te lekken”.
  5. Dat lekken heeft te maken met onze opmerking over Sandd. De deal met Sandd was al gesloten, en PostNL was op de hoogte. Wat valt er dan nog te lekken? De lezers van Filatelie zouden het januarinummer al via Sandd ontvangen.
  6. Dat René mij enkele dagen later bijna dwong het geboortezegelboekje van Sandd in mijn rubriek op te nemen, heeft met de ingezonden brief niets te maken, maar roept wel vragen op. (Ik neem het natuurlijk niet op: Sandd heeft geen UPD-concessie, niet aangesloten bij UPU).
  7. Echt treurig: een voorzitter mag zijn mening uiten op een mededelingenpagina, een reactie hierop is niet mogelijk.
  8. Wij schreven de brief als nog enigszins bevlogen filatelisten. Het moge duidelijk zijn dat wij na de hierboven geschetste werkwijze geen inhoudelijk antwoord wensen.

Vriendelijke groeten,

Walter de Rooij, mede namens Johan Schaminee, Hens Wolf en Paul Portheine.

Januari 2019

Naschrift van Walter de Rooij: Het gevolg van mijn weigering om het Sandd-boekje in mijn rubriek in het Maandblad op te nemen is dat de hoofdredacteur mij (met cc aan de voorzitter) het volgende liet weten:

Mocht jij daar niet mee kunnen leven – hetgeen jouw goed recht is uiteraard – dan zullen wij helaas afscheid van elkaar moeten nemen. Mocht je besluiten alsnog de februarirubriek te willen aanpassen dan zie ik het wel komen. Anders was de rubriek in het januarinummer helaas dus de laatste van jouw hand.”

Ik betreur het afscheid van R.H. niet, maar vind het wel jammer dat ik na 43 jaar door deze meneer op deze wijze aan de kant wordt gezet. Voor mij geen ramp, maar de lezers van Filatelie moeten het voortaan zonder informatie over de postzegelboekjeswereld doen.

In het Bulletin van Postaumaat (driemaandelijks) en via www.twitter.com/stampbooklet  (wekelijks) blijf ik de ontwikkelingen op boekjesgebied natuurlijk beschrijven.

Share This
Spring naar toolbar