Postzegelboekjes
De eerste postzegelboekjes werden aan het loket verkocht met als inhoud een aantal postzegels in gangbare waarden, tussen twee kaftjes bijeengehouden met ponsringen of nietjes. Voor deze boekjes werden altijd speciale zegelvellen gedrukt; de bekende keerdrukken uit 1924 zijn daar een voorbeeld van. In Nederland verscheen het eerste loketboekje in 1902, het laatste in 1950.
In 1962 begon de PTT een proef met boekjes die geschikt waren voor verkoop in automaten. Er werden verscheidene “proefboekjes” gemaakt, eerst alleen voor intern gebruik, en daarna voor verkoop aan het publiek.
In 1964 ging vervolgens de verkoop van start van de eerste echte automaatboekjes. Ze werden nog met de hand vervaardigd uit speciaal daarvoor gedrukte vellen; maar verschillen in dikte en afmeting veroorzaakten teveel storingen in de automaten. Daarom verscheen begin 1965 een nieuwe oplage die geheel machinaal was vervaardigd uit rollen. Dit voldeed wel, en PTT plaatste vervolgens enkele duizenden boekjesautomaten door het hele land. Nieuwe boekjes bleven verschijnen al naar gelang de tarieven wijzigden, in totaal zo’n 35 hoofdnummers waarvan een aantal in diverse verschillende oplagen. Door het gevolgde produktieproces vormen vooral de eerste 15 automaatboekjes een interessant verzamelgebied met rijke mogelijkheden tot specialisatie op druktechnische bijzonderheden. Na 1982 was dat produktieproces zo geperfectioneerd dat nauwelijks meer kenmerken of afwijkingen voorkomen.
Naast deze “echte” automaatboekjes kwam, te beginnen met het Rode Kruis-boekje in 1983 ook een aantal boekjes uit die uiterlijk niet anders zijn, maar alleen aan het loket werden verkocht.
Vanaf het midden van de jaren negentig verdwenen de automaten uit het straatbeeld. Het laatste automaatboekje verscheen in 1994. PTT begon daarna met de uitgifte van loketboekjes in nieuwe vormen, oa met zelfklevende zegels.
Ook van de losse zegels, en de combinaties daarvan, uit de boekjes, postfris, gestempeld of op brief kan een leuke verzameling worden gemaakt.
Uiteraard is het verzamelen van enkel de diverse verschillende waarden en combinaties een begin. Hiertoe volstaat de NVPH-catalogus als uitgangspunt. Maar is het niet een uitdaging, om als je een zegel of combinatie hebt, te kijken of je die kunt herleiden naar het automaatboekje waaruit deze gekomen is? Soms zal de combinatie op zich voldoende zijn die herleiding te maken, maar soms komt er meer bij kijken. Gebruik makend van gomsoorten (bij postfris), UV-reacties, kleurvariƫteiten, type Andreaskruizen etc. ontpopt zich een veel groter scala aan mogelijkheden.
Dan blijkt dat de meeste automaatboekjes hun eigen specifieke kenmerken hebben. Dan biedt een Speciaal catalogus uitkomst.
Lid worden?
Postaumaat is een levendige postzegelvereniging. Interesse? Kijk dan op de contactpagina.